-
Hoewel reeds vijf jaar geleden gewaarschuwd voor verstoring van de arbeidsmarkt door zzp’ers, lukt het de regering maar niet om een einde te maken aan de wildgroei aan schijnzelfstandigen. Nu het voornemen om een minimumtarief voor zzp’ers te hanteren vanwege administratieve lastendruk definitief van de baan is, lijkt het erop dat het door de overheid gefaciliteerde ongelijke speelveld voor werkenden in stand wordt gehouden.
Momenteel wordt naar schatting 48% van de klussen onterecht als freelance-opdracht uitgezet. Dit schrikbarend hoge aantal zal de komende maanden alleen maar toenemen, mede aangejaagd door de digitale platformen waar weliswaar werk bij elkaar wordt gebracht maar een sociaal vangnet ver te zoeken is. Wanneer de NOW-regeling ophoudt en de realiteit van een economische crisis in volle hevigheid is doorgedrongen, komt er een grote ontslagronde. Flexkrachten en werknemers met tijdelijke contracten zullen als eerste aan den lijve ondervinden dat de concurrentie van schijnzelfstandigen met hun lage tarieven moordend is. Inderdaad worden er maatregelen genomen om het gat tussen werknemers en zelfstandigen te dichten maar die worden zoals de afbouw van de zelfstandigenaftrek uitgesmeerd tot 2028 of zijn -in het geval van pensioenregeling en arbeidsongeschiktheidsverzekering- vage toekomstmuziek. Zo geeft het kabinet een grote groep werkenden een vrijbrief om oneerlijk te concurreren op arbeidsvoorwaarden en -als het even niet meezit- het sociale stelsel waaraan ze bijna of niets bijdragen, leeg te trekken. Ook de commissie Borstlap -hoewel negatief over het minimum zzp-tarief- pleit voor gelijke behandeling en belasting van werkenden. Waar het kabinet bij het tegengaan van schijnzelfstandigheid een tempo hanteert waar menig slak een puntje aan kan zuigen, zo voortvarend was zij met het doordrukken van de Wet Arbeidsmarkt in Balans. Adviezen van de Raad van State en belangenorganisaties die waarschuwden voor ontwijking via schijnzelfstandigheid werden genegeerd en een wet die zelfs in tijden van economische voorspoed praktisch onuitvoerbaar was geweest, werd realiteit. Nu Nederland in een historisch diepe recessie terecht is gekomen en we alle zeilen bij moeten zetten, is het niet meer dan logisch dat de WAB waar het gaat om flexibele arbeid met spoed gerepareerd wordt.
De gelijke behandeling van payrollkrachten ten opzichte van vaste krachten moet overeind blijven. In een langer dienstverband is die niet meer dan rechtvaardig. De definitie van het begrip allocatie dat onderscheid maakt tussen payroll- en uitzendkrachten moet echter worden uitgebreid met tijdelijkheid. Juist het samenbrengen van tijdelijke vraag en aanbod op de arbeidsmarkt gaat een belangrijke rol spelen in het herstel van de economie. Werkgevers en opdrachtgevers zijn nou eenmaal eerder geneigd om mensen aan te nemen onder de aantrekkelijke voorwaarden die de uitzend-cao stelt. Op deze manier komen arbeidsovereenkomsten sneller tot stand en houden we het sociale stelsel in de lucht. Wanneer het dienstverband langer duurt, kunnen de arbeidsvoorwaarden zoals die gelden bij de opdrachtgever alsnog worden toegepast.
Die flexkrachten voor wie sociale premies, pensioen en loonheffingen worden afgedragen en die bijdragen aan ons sociale stelsel, verdienen het om weer snel aan de slag te kunnen en niet om het onderspit te delven tegen schijnzelfstandigen.
Julius Kousbroek
Managing director WePayPeople
Een ingekorte versie van dit artikel is gepubliceerd in Het Financieele Dagblad dd. 25 juni 2020
-
Samenwerken met WePayPeople?
Bel met een van onze adviseurs